Cornus
Kornoelje is de Nederlandse naam van dit buitengewoon gevarieerde plantengeslacht. Er zijn overigens vrijwel geen inheemse soorten, de meerderheid komt uit verre oorden.
Bloei
Het grootste onderscheid tussen de diverse Cornus soorten zit voor de gebruiker toch wel in de bloemvorm. Het gele pluizige bloemetje van Cornus mas lijkt natuurlijk bij oppervlakkige beschouwing in niets op dat van de grootbloemige soorten als bijvoorbeeld Cornus kousa. Botanisch wat meer onderlegde plantenliefhebbers zullen ons er natuurlijk op wijzen dat de bloembladen van die laatste soort helemaal geen bloembladen zijn, maar als het gemiddelde insect er maar in tuint is het voor de Cornus kousa goed genoeg. Voor de keuze van de juiste soort is het belangrijk te bedenken wat voor type bloem je wilt en in welke tijd van het jaar de plant moet bloeien.
Standplaats en grondsoort
Bij een plantengeslacht dat zo divers is als Cornus, ligt het niet voor de hand als ze allemaal dezelfde standplaats omstandigheden eisen. Ga er echter wel vanuit dat alle grootbloemige soorten bosrandplanten zijn die een voedsel- en humusrijke bodem die goed gedraineerd is op prijs stellen. Op erg arme zandgrond kan de groei achterblijven en op hele vaste grond kan de zuurstof en waterhuishouding een remmende factor zijn. Cornus controversa en Cornus alternifolia zijn de soorten die hier misschien wel het minst goed tegen kunnen. De inheemse voorjaarskornoelje Cornus mas en de witte kornoelje, Cornus alba, en zijn verwanten zijn veel toleranter.
Snoei
De groep winterkornoeljes, zoals Cornus sanguinea ‘Midwinterfire’ of Cornus alba ‘Siberica’ wordt vooral ook aangeplant om de mooie wintertakken. Een twee of driejaarlijkse stevige snoeibeurt zorgt ervoor dat de kleur op de takken helder blijft. Snoei ze gerust diep terug, tot zo’n 30 centimeter boven de grond, vergelijkbaar met de snoei van rozenstruiken. Doe dat natuurlijk wel pas in maart, anders mis je de hele winter die mooie takken. De grootbloemige soorten verdragen snoei minder . Daar moet snoei vooral worden ingezet als de plant echt te groot dreigt te worden. Dat kan het beste tijdens de winterrust gebeuren.
Ziektes en plagen
Gelukkig is Cornus een behoorlijk ziektevrij plantengeslacht. Door goed te letten op een goed doorlatende en humusrijke grond krijgen zelfs de wispelturigste van de kornoeljes vrijwel nooit een serieuze kwaal. Op sterk verdichte grond kan Cornus controversa het overigens wel moeilijk hebben. Cornus florida is wat gevoelig voor meeldauw, een op zich onschuldig maar storend bladschimmeltje. Zorg ervoor dat de plant ademruimte heeft, teveel ingebouwd staan tussen andere planten zorgt ervoor dat hij met vochtig blad de nacht ingaat, ideaal voor meeldauw. Om diezelfde reden nooit ‘s avonds sproeien, daar hebben wel meer planten een hekel aan, niet alleen de Cornus florida.