De grond is het fundament van de plant en tuin
Voor het succesvol aanplanten van tuinplanten is het natuurlijk van groot belang dat de grond waarin de planten moeten groeien van goede kwaliteit is. We merken dat pas op als we aan het tuinieren slaan en de bomen groeien niet naar behoren. De standplaats is niet alleen bepalend voor een goede groei. Veel belangrijker misschien nog wel is de bodemgesteldheid. Soms zijn problemen met de grond eenvoudig te zien, denk dan bijvoorbeeld aan een slechte afwatering waardoor er plassen blijven staan, vaker helaas niet. Pas als de planten die erin moeten slecht groeien realiseren we ons dat er met de grond iets mis is. Planten die het goed doen op zandgrond, doen het dan slecht op vette klei. Andere planten houden weer van zure grond. Naast de kennis van de grondsoort waar u op tuiniert, is het goed om te weten wat u kunt doen om de grond te verbeteren. Als men niets doet aan grondverbetering, dan zal de grond verschralen, omdat de planten alle voedingsstoffen opnemen. Dus ook als u een oude haag vervangt voor een nieuwe is het heel belangrijk om de grond te verbeteren/ vernieuwen. Bij twijfel over de kwaliteit van de bodem is het daarom altijd verstandig om de grond even te laten onderzoeken. Er zijn verschillende bedrijfslaboratoria die dit soort bodemonderzoek kunnen uitvoeren. Maar ook kunnen we op een eenvoudige manier zelf aan bodemonderzoek en bodemverbetering doen. Voordat u start met de aanleg van uw nieuwe tuin, kunt u zelf een bodemtest uit voeren. Als u weet welke grond er in uw tuin ligt en hoe het daarmee is gesteld, dan kunt u daar uw tuinieren op aanpassen. Pak een handvol natte grond, van een willekeurige plek in de tuin en rol het voorzichtig tussen de handpalmen. Als u geen rol kunt maken dan heeft u te maken met zandgrond. Krijgt u een stevige rol dan betreft het klei. En alles daartussen zal slaan op zavelgrond. Als op de grond jarenlang een haag heeft gestaan zal de grond kurkdroog zijn en geen water op willen nemen. Dit is een teken dat de grond helemaal uitgeput is en er op zeker aan grondverbetering/vernieuwing moet worden gedaan.
Om de bodem te verbeteren is het belangrijk om de grond goed los te spitten. Dit zowel in de diepte als in de breedte. De grote is afhankelijk van de kluit van de te planten nieuwe boom. Wij adviseren om de grond met compost of Vivimus te vermengen. Overjarige mest kan ook, maar moet minimaal 4 tot 6 weken van tevoren door de grond gespit te worden. Daarbij is de hoeveelheid van groot belang. Te veel mest zorgt voor verbranding van de nieuwe haarwortels en is dus niet goed. Dus liever met compost . Dit is een vluchtige mest en een goede bodem verbeteraar. Vivimus is de beste bemeste tuinaarde. Later als de plant eenmaal staat kan met gedroogde koemest korrels worden bij gemest. Zandgrond bestaat uit grove delen, die los van elkaar liggen. Maar doordat de grond niet bindt, stromen water en voedingsstoffen gemakkelijk weg. Daarom vraagt zandgrond om een regelmatige bemesting.
Bomen planten, hoe doe je dat ?
Het liefst zien wij dat het plantgat of daar waar de plant/boom komt te staan ruim van te voren wordt losgespit. Dit om bodemleven, lucht, warmte ed de kans krijgen om op gang te komen.Maak een plantgat dat tweemaal zo breed en zo diep is als de kluit van de boom. Meng de grond die uit het plantgat komt met een humusrijke aarde, zoals compost, en ingeval van bemeste tuinaarde adviseren wij Vivimus. Vul het plantgat tot ongeveer tweederde met dit mengsel. Zet de kluit van de boom in het gat met de bovenkant van de kluit net gelijk of iets onder het oppervlak (2 tot 3 vingers). Gebruik de rest van het grondmengsel om de kluit aan te aarden. Stamp de boom stevig aan. Door het maken van een gietrand kan er gericht water worden gegeven. Dit is een geultje in een cirkel om de boom Hierdoor kan het water rustig in de kluit zakken. Let er ,zeker in de eerste zomer, na aanplant op dat afhankelijk van een droge of natte zomer er goed water word gegeven. De eerste zomer adviseren wij om met regelmaat wat koemestkorrels te strooien. Koemestkorrels nooit in het plantgat gooien.
De grotere bomen hebben boompalen nodig, want zij hebben weinig of geen houvast aan de grond. Plaats afhankelijk van de grote van de boom 1 tot 3 onbehandelde boompalen per boom. De palen hoeven niet perse duurzaam te zijn, want als zij na 2 of 3 jaar verrot zijn, staat de boom vast op eigen wortels. . Begin altijd met een paal op de kant waar de meeste wind vandaan komt. Doorgaans is dit het Zuid- Westen. Bij voorkeur lange boompalen gebruiken en deze niet te ondiep in de grond plaatsen zodat de bomen goed vast zitten.. De boomband in een 8 aanbrengen op circa 5 cm beneden de kop van de paal. De palen na 2 groeiseizoenen verwijderen. Ook na het eerste jaar van aanplant heeft een boom voeding en onderhoud nodig.